Marian Koopen
Bij Marian Koopen (1956) is het net alsof de getekende en geschilderde figuren levende wezens worden, die terugpraten over hun emoties en hun toestanden.
Als zij ze met penseel en pen tevoorschijn roept, verkeert ze vaak in een soort trance. Ze is in contact met wat op het papier ontstaat, als een spiegel van haar binnenwereld.